Voorbeelden

 

Het toezicht op rechtspersonen

1. De stichting — verder te noemen: S.C.M.B. — houdt toezicht op rechtspersonen, waarvan de statuten de volgende bepalingen bevatten:

A. Indien de stichting/vereniging de voorwaarden en bepalingen, waaronder een schenking, een legaat of een erfstelling heeft plaatsgevonden, niet nakomt, is de Stichting ten behoeve van Culturele en Maatschappelijke Beschikkingen, bij afkorting genaamd S.C.M.B., gevestigd te Amsterdam, bevoegd om het bestuur van de stichting/vereniging geheel of gedeeltelijk te schorsen en te ontslaan, om nieuwe bestuursleden te benoemen, zoveel mogelijk met inachtneming van de bepalingen van deze statuten en/of om gedurende de schorsing van het bestuur, een of meer bestuursleden voor een beperkte periode aan te stellen, die alle bevoegdheden zullen hebben, door de wet en de statuten aan het bestuur toegekend.

B. Indiende nakoming van de onder A. vermelde voorwaarden en bepalingen niet of niet meer mogelijk is, zal het bestuur dié maatregelen nemen, die S.C.M.B. voorschrijft teneinde de aan voormelde voorwaarden en bepalingen ten grondslag liggende bedoelingen ook in niet voorziene gevallen zoveel mogelijk te verwezenlijken.

C. Het bestuur van de stichting/vereniging erkent dat S.C.M.B. een belanghebbende is in de zin van artikel 4: 131 van het Burgerlijk Wetboek.

D. De stichting/vereniging behoeft de voorafgaande schriftelijke toestemming van S.C.M.B. voor het vervreemden of bezwaren van haar zaken alsmede voor het wijzigen van haar statuten of voor haar ontbinding.

E. Het bestuur van de stichting/vereniging is verplicht jaarlijks rekening en verantwoording van haar beheer af te leggen aan S.C.M.B. door middel van jaarstukken voorzien van een door een accountant dan wel een andere door S.C.M.B. akkoord bevonden financieel deskundige afgegeven goedkeurende verklaring alsmede andere door S.C.M.B. gewenste documenten.
S.C.M.B. heeft het recht om alle bescheiden, de administratie en de boekhouding van de stichting/vereniging betreffende in te zien of door een door S.C.M.B. voor rekening van de stichting/vereniging aangestelde deskundige te doen inzien.

F. De stichting/vereniging is verplicht de kosten voor haar rekening te nemen welke door S.C.M.B. worden gemaakt in de uitoefening van haar taak ten opzichte van de stichting.

2. Indien S.C.M.B. bij het aan haar kenbaar worden van het toevertrouwde toezicht constateert dat bovengenoemde bepalingen geen onderdeel uitmaken van de statuten van de betreffende stichting/verenging, dan zal haar toezicht eerst aanvangen op het moment dat de betreffende statuten zijn gewijzigd in bovenstaande zin.

3. Wanneer S.C.M.B. constateert of vermoedt, dat een in lid 1 van dit artikel bedoelde stichting/vereniging de voorwaarden en bepalingen geheel of gedeeltelijk niet nakomt, zal S.C.M.B. maatregelen nemen teneinde deze nakoming te bewerkstelligen. Wanneer S.C.M.B. constateert of vermoedt, dat een in lid 1 onder b van dit artikel bedoelde rechtspersoon de voorwaarden en bepalingen als bedoeld in artikel geheel of gedeeltelijk niet nakomt, zal S.C.M.B. dit bekend maken aan naar haar oordeel daarvoor in aanmerking komende personen en/of instanties en zodanige andere maatregelen nemen die zij noodzakelijk acht.

4. Indien S.C.M.B. een besluit heeft genomen tot schorsing of ontslag van bestuursleden van een stichting, wordt dit schriftelijk aan het bestuur van die stichting mede gedeeld.
Een besluit tot ontslag wordt niet genomen dan nadat de betrokken bestuursleden in de gelegenheid zijn gesteld zich mondeling te verantwoorden.
Indien een besluit tot schorsing niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag dan wel opheffing of verlenging van de schorsing, is de schorsing van rechtswege opgeheven en zijn de betrokken bestuursleden van de stichting weer in hun functie hersteld.
Een besluit tot schorsing kan eenmaal voor een periode van drie maanden worden verlengd.

Toezicht op natuurlijke personen

S.C.M.B. houdt toezicht op die natuurlijke personen die een legaat, schenking of erfenis hebben verkregen ten aanzien van welk legaat, schenking of erfenis door de schenker of de erflater is bepaald dat S.C.M.B. toezicht dient te houden op de aan het legaat, de schenking of erfenis verbonden lastbepalingen. Het toezicht van S.C.M.B. vangt niet eerder aan dan nadat het aan S.C.M.B. toevertrouwde toezicht aan haar kenbaar is geworden.